Aan de hand van de besproken en een tweetal aanvullende voorbeelden werd het gesprek gevoerd over de
mate van flexibiliteit van modulaire bouwsystemen en de invloed die dat heeft op de kwaliteit van de
woningplattegrond. In een gesprek tussen fabrieksbouwers, ontwerpers, stedenbouwkundigen, marktpartijen,
corporaties en commissieleden ruimtelijke kwaliteit is gezocht naar aanknopingspunten om de kwaliteit van de
plattegronden en de aansluiting tussen de openbare en de private ruimte te kunnen vergroten binnen de
mogelijkheden van het systeem van de fabrieksmatige bouw.
De centrale vraag tijdens deze werksessie luidde: wat zijn de belangrijkste geldende parameters bij het bouwen en ontwerpen aan de bouwsystemen en de invloed die dat heeft op de woningplattegrond en de ontwikkelde woningstandaard.

Aan de hand van een viertal vragen, werden in groepjes van ongeveer zes personen de vier
casussen besproken: hoe kunnen locatiespecifieke afwijkingen worden gewaarborgd binnen het ontwerp- en
productieproces van industriële bouwsystemen? Wat zijn de uitdagingen en mogelijkheden van industriële
bouwsystemen om de overgang tussen privé en publiek kwalitatief vorm te geven? Welke ontwerprichtlijnen,
standaarden en normeringen staan flexibiliteit en variatie in de woningplattegrond in de weg? En:wat zijn de
belangrijkst geldende parameters bij het bouwen en ontwerpen aan de woningplattegrond?

Tijdens deze werksessie stonden de volgende casussen centraal:
- Oak te Eindhoven door Faam Architects, Revolve Development, Janssen de Jong Projectontwikkeling, Barli
- Robin Wood, Amsterdam door Ana Architecten / Marc Koehler Architects, MaMa Pioneers, Edwin
Oostmeijer Ontwikkeling
- Appartementencomplex Sorghvlietlaan, Veendam AGNova, Fijn Wonen, gemeente Veendam, Acantus
- Van Goeden Huizen, Bedaux de Brouwer Architecten, Timmerfabriek Frank van Roij en Van Gisbergen Bouw
& Ontwikkeling