MENU
Onze fascinatie voor het oplossend vermogen van architectuur drijft ons.
Door te onderzoeken, samen te werken, te innoveren en gewoon te doen komen we verder.
Project
Aanleiding
We hebben in Nederland te maken met een groot woningtekort. Naast het bouwen van woningen moeten we goed nadenken over welke woningen we realiseren. Past ‘wat we bouwen’ wel goed bij de steeds diverser wordende woonvraag? Flexwonen kan op beide vragen een complementair antwoord vormen.
Flexwonen wordt vanuit verschillende motieven ingezet: als versnelling vanwege een kortere bouw- en ontwikkelduur, vanuit betaalbaarheid, voor het accommoderen van urgente woonvragen, als onderdeel van de duurzaamheidsstrategie en als onderdeel van de flexibele placemaking. Naast procesmatige motieven helpt flexwonen de denkruimte op te rekken omdat het conventies (tijd, eigendomsvorm, samenwerking, woonproduct) openbreekt. Daarmee is het (in potentie) meer modulair, kleiner, flexibeler en duurzamer dan de reguliere woningbouw.
Toch merken we in de praktijk een discrepantie tussen de hoge verwachtingen en dat wat tot op heden wordt gerealiseerd. Veel flexwoon-projecten benutten niet de volle potentie. De focus ligt op het product en zelden op het creëren van een integrale leefkwaliteit en fijne woonsfeer. Daarmee is de buitenruimte vaak sluitpost en worden latente neveneffecten, zoals een kwaliteitsverbetering van het bestaande, misgelopen. Qua materiaalgebruik en bouwwijze zijn er flinke stappen gemaakt maar de doorontwikkeling in circulariteit, modulariteit en inzetbaarheid (doelgroep, binnenstedelijk) lijken te stokken.
Het is zaak om flexwonen niet te krap te bezien als sec oplossing van urgente vragen en ‘complexe doelgroepen’ op restplekken en rafelranden in de stad. Waarbij het vooral draait om goedkoop, snel en efficiënt. Door het als geleidelijke (i.p.v. tijdelijke) strategie én gebiedsgericht in de zetten wordt de B-manier van wonen een volwaardig onderdeel van het palet van woonomgevingen in de stad. Laten we gaan voor de next step!
Deze next step hebben we onderzocht aan de hand van casussen, telkens in een andere stedelijke context: hoogstedelijke in de spoorzone Zwolle en de voormalige IJsselcentrale in het buitengebied van Harculo.
1. Casus Spoorzone Zwolle
De Spoorzone Zwolle kenmerkt zich door de verschillende woonmilieus. Het Engelenpad, als verbinder van binnenstad, spoorzone en onderwijscampus, introduceert de verschillende flexwoontypologieën en vormt het weefdraad tussen de woonmilieus.
Middels een slimme ontwerpstrategie wordt het gebied geleidelijk getransformeerd:
1) Tijdelijke P-garage ‘zuigt’ de auto’s uit het gebied waardoor overmaat aan ruimte bloot komt te liggen.
2) Flexibel en modulair basissysteem maakt snelheid, veranderbaarheid en tijdelijkheid mogelijk. Met daarbij de ‘next level’ kwaliteit en inbedding. Flexibiliteit naar de permanente situatie als schaduwplan.
3) Engelenpad wordt geactiveerd door een tijdelijke brug, transformatie van bestaande plinten en parasitair aanhaken in bestaande gebouwdelen. Placemaking op cruciale stedelijke knooppunten
4) Geleidelijke doorontwikkeling: Vergroenen en verduurzamen openbare ruimte. Bestaande gebouwen transformeren mee. Permanente gebouwen worden bestendigd.
2. Casus Harculo Zwolle
De energiestromen van de voormalige energiecentrale vormen de inspiratie voor de diverse stromen van het toekomstige gebied. Voedselstromen, cultuurstromen, recreatiestromen, afvalstromen, bewegingsstromen. De voormalige energiecentrale wordt getransformeerd tot eigentijds natuurdorp waarin nieuwe functies als wonen, educatie en recreatie samengaan met de integriteit van de natuur. De flexwoningen faciliteren de geleidelijke transformatie en introduceren een nieuwe duurzame leefstijl.
Middels een slimme ontwerpstrategie wordt het gebied geleidelijk getransformeerd:
1) De Hijshal ontwikkelen als kloppend hart van het gebied als natuurdorp.
2) De Hijshal vormt de katalysator voor het terrein en zorgt voor geleidelijke opkomst van activiteiten als eerste vorm van gebruik en (landschaps) beheer waar mens en dier ‘foerageren’. Het uiterwaardengebied geeft ruimte aan de stedeling uit Zwolle.
3) Seizoensdynamiek komt op gang. Door het gebied heen ontstaan laagdrempelige initiatieven, de Hijshal wordt een marktplaats voor goederen en diensten.
4) Binnendijks groeit gaandeweg een landschappelijk (biodivers) raamwerk. Buitendijks vindt natuurontwikkeling plaats in combinatie met natuurinclusieve landbouw.
5) Geleidelijk worden activiteiten intensiever en geconcentreerder. Het natuurdorp wordt volwassen, de Hijshal evolueert naar een kloppend hart.
5) Vanuit de ‘geleidelijkheid’ naar de ‘permanentie’: de natuurontwikkeling binnen- en buitendijks wordt als verbindend principe vastgehouden. De stedeling foerageert in het gebied niet alleen voedsel maar ook rust en reflectie.
Opdrachtgever
Atelier Rijksbouwmeester
Status
Onderzoek
Programma
Flexwonen
Team
Workframe ism Tom van Tuijn Stedenbouw,
©2020 FAAM ARCHITECTS. ALL RIGHTS RESERVED.